AMB

De antimilitarisme website

actueel antimilitarisme

?Actueel antimilitarismeOm aan te geven wat antimilitarisme is kan het beste begonnen worden bij de term ?militarisme’. Het militarisme staat voor de hoeveelheid invloed die het militaire denken en apparaat (het leger) heeft op de politiek van een land. @@Maar hiermee is het beeld niet compleet. Denk aan de Verenigde Staten die klaarstaan om op tal van plekken hun ?vitale belangen’ zo nodig met wapengeweld te verdedigen, en die, omdat ze een militaire supermogendheid zijn, in de wereldpolitiek de eerste viool mogen spelen. Dat valt natuurlijk ook onder het hoofdstuk ?militarisme’.@@Antimilitarisme betekent dat je tegen het militarisme bent en daar ook openlijk mee voor de dag komt. Daaruit volgt nog niet dat een antimilitarist principieel tegen geweld is of vindt dat gewelddadig ingrijpen om het moorden in Bosni? en Rwanda te verhinderen of te stoppen niet eens overwogen had mogen worden. De afwijzing geldt het ?isme’.@@Positief uitgedrukt: de politiek zou erop uit moeten zijn om militair geweld (of het dreigen ermee) uit te bannen als de manier waarop staten (of groepen binnen een staat) met elkaar om gaan. Om dat te bereiken moet men zich los zien te maken van al die houdingen en gedragingen die het bestaan van collectief geweld bevorderen. Voor de dominerende staten in de wereldpolitiek houdt dit in dat zij zich zouden moeten inzetten voor het afbouwen van de bestaande grote mogendheden-politiek die militair geweld (of dreiging daarmee) gebruiken voor economisch eigenbelang en onderlinge rivaliteit.@@Helaas voelen landen daar nog niks voor. Integendeel, de belangrijkste reden die wordt opgegeven voor de oprichting van een Europees leger is dat de EU deze militaire poot mist. Wil de (economische) positie van de EU in de toekomst gehandhaafd worden dan moet ze over meer mogelijkheden beschikken om haar wil aan derden op te leggen dan economische sancties alleen. En om in de toekomst een serieuze economisch tegenstrever van de Verenigde Staten (en van China en India) te blijven moet de EU over een vergelijkbare militaire macht beschikken. Dit is tenminste de standaard redenatie van de regeringen.@@Zij kunnen zich die onwil veroorloven omdat hun manier van internationale politiek bedrijven als normaal wordt gezien. Antimilitaristen leggen zich daar niet bij neer. Oorlog is zo onmenselijk en vernietigend dat het moet worden voorkomen. Het antimilitarisme wil daarom af van het voeren van politiek met behulp van dreigen met wapens. Dit kan alleen als militaire denken en het leger worden opgeheven. Helaas is ?weg met het leger? een mooie leus maar binnen de politieke verhoudingen niet erg realistisch. Daarom zet de antimilitarist zich (als eerste stap) in voor het minimaliseren van militaristisch denken in de internationale politiek. Zelfs deze eerste stap is in de praktijk een heel grote stap. Je zou kunnen spreken van een historisch en genetisch verankerde (vooral in de mannelijke helft van de mensheid) onderbouw van het militarisme. Daarop bouwt de politiek zijn militaristische praktijk. Om te beginnen zijn er machtsgroeperingen (zoals het militaire kader of van wapenfabrikanten) die zich toeleggen op het versterken van de rol van het krijgsbedrijf. Dat streven wortelt in een voorliefde voor het bouwen op militaire kracht@@ men spreekt in dit verband van haviken.Hun tegenvoeters binnen de offici?le politiek, de zogenaamde duiven, pleiten voor preventie van oorlog door middel van diplomatie, vredesprocessen, ontwapeningsakkoorden en wat dies meer zij. Kenmerkend voor de antimilitaristische beweging is dat zij zich vooral toelegt op de strijd tegen de politieke bovenbouw van het militarisme. Zo is het motief van pacifisten voor dienstweigeren altijd geweest dat ze niet bij een organisatie willen horen die op het doden van mensen is afgestemd terwijl het antimilitaristische argument eerder ligt in het gebruiksdoel van die organisatie: het leger als werktuig van machthebbers om de gevestigde orde te stutten en voor het bedrijven van imperialistische politiek.@@Een sterk punt van het antimilitarisme is dat het in de gaten houdt hoe het internationale machtsspel in elkaar zit. Je moet weten wat de dominerende motieven van politieke elites zijn en hoe het met de politieke krachtsverhoudingen tussen en binnen staten gesteld is, om te kunnen schatten wat er in het verlengde van bepaalde keuzes zal liggen.@@Een voorbeeld is hoe de Verenigde Staten aanstuurde op een oorlog met Irak. De aanvankelijke beschuldiging dat Saddam Hoessein achter de aanslagen van 11 september 2001 zat veranderde geleidelijk in de beschuldiging dat hij een dictator was die de mensenrechten schond en bovendien beschikte over massavernietigingswapens. De VN werd erop uitgestuurd om ze te zoeken (tegen de zin van de VS) maar vond ze niet meteen. Het argument van de VN dat het een groot land betrof waar de relatief kleine wapens gemakkelijk verborgen konden worden werd door de Verenigde Staten verworpen. Na de oorlog gingen de Amerikanen zelf op zoek. Toen zij de wapens ook niet vonden en de kritiek kwam dat ze het argument van de massavernietigingswapens gebruikt hadden om de oorlog te beginnen antwoorden de Amerikanen met: Irak is een groot land en zulke wapens zijn daar gemakkelijk te verbergen. Uiteindelijk moesten de Verenigde Staten toegeven dat ze nooit bestaan hebben. De conclusie moet dan ook zijn dat de VS af wilde van Saddam Hoessein. Niet omdat hij jarenlang VN-resoluties negeerde of traineerde, maar omdat hij werd gezien als de grootste bedreiging voor de veiligheid in het Midden-Oosten en daarmee toegang tot olie. Daarnaast had Bush Jr. ‘some unfinished business’ nagelaten door Bush Sr. goed te maken.@@De antimilitaristische beweging richt zich vanouds vooral tegen de militaristische ontplooiing van het westelijke imperialisme. In het verleden heeft deze toespitsing tot een weinig kritische houding geleid tegenover het door bevrijdingsbewegingen in de Derde Wereld gebruikte geweld. In India had Gandhi laten zien welke doorslaggevende rol geweldloos verzet in het dekolonisatieproces kan spelen. Na de Tweede Wereldoorlog kozen echter de bevrijdingsbewegingen, mede onder marxistische invloed, overwegend voor de gewelddadige strijd. En in de jaren zestig werd guerrillacommandant Che Guevara de held van de radicale jeugd in het Westen.@@?De strekking van het bovenstaande is, niet dat ?bevrijdend geweld’ niet zou mogen. Als gewapende zelfverdediging en militair ingrijpen met een humanitair doel acceptabel kunnen zijn, dan zeker ook het gebruik van geweld tegen kolonialisme, feodale onderdrukking en militaire junta’s. De doeltreffendheid van welke vorm van geweldloze of gewelddadige actie is nooit bij voorbaat gegarandeerd. De voorwaarden voor succes kunnen afwezig zijn of niet voldoende aanwezig. De hoofdzaak is opnieuw of men erop uit is de weg van het geweld te vermijden. En als men daar geen kans toe ziet, of men dan het geweld tot een minimum zoekt te beperken en past voor het ontwikkelen van een militaristische retoriek en commandocultuur.Tot slot de huidige toestand in de wereld vanuit een antimilitaristisch oogpunt.Opvallend is dat het militarisme in Nederland nu lang niet zo’n duidelijk gezicht vertoont als tijdens de Koude Oorlog. In Nederland is de dienstplicht afgeschaft. In 1989 verandert met de Val van de Muur de veiligheidssituatie in Europa. De noodzaak tot het onderhouden van een groot leger die gaat vechten op de vlakte in Duitsland verdwijnt. Mede door bezuinigingen ingegeven leidt dit tot afslanking van het leger. In 1996 leidt dit tot de opschorting van de dienstplicht. Nederland krijgt een beroepsleger. Volgens minister van defensie Henk Kamp (in 2003) moet het Nederlandse leger ‘lean and mean’ worden. De afstand tussen het leger en de civiele maatschappij is daardoor groter geworden.@@Als gevolg daarvan is ook de tegenstelling tussen haviken en duiven vervaagd. Beide vinden elkaar in de rol van het leger als ‘peace-enforcer’ en ‘peace-keeper’.@@Toch leven we in een allesbehalve vreedzaam tijdperk. In een hele reeks landen of regio’s is er sprake van burgeroorlog, terreuraanslagen en staatsterreur, of naar geweld tenderende spanningen tussen bevolkingsgroepen. De rijken worden overal rijker terwijl de armoede op veel plekken niet vermindert of zelfs toeneemt. Wacht ons niet een toenemende polarisatie rondom verschijnselen als milieu-degradatie, klimaatverandering en ‘global warming’? De clandestiene verspreiding van kern- en andere vernietigingswapens lijkt nauwelijks tegen te houden, terwijl de ?legitieme? kernwapenbezitters doorgaan met het perfectioneren van hun nucleaire wapentuig.@@?Duidelijk is dat antimilitaristen nog lang geen reden hebben om op de lauweren te gaan rusten. Antimilitaristen in Nederland kampen echter met de moeilijkheid dat de wereld van het militarisme diffuus geworden is en dat de mensen zich niet meer rechtstreeks betrokken voelen bij wat zich daarin afspeelt. De oorlog is elders, de gevaren voor onze veiligheid blijven latent, het bewapeningsbeleid en de activiteiten van de wapenhandel komen maar incidenteel in het nieuws.@@De kwestie die de laatste jaren het meest op de voorgrond staat is die van militair ingrijpen in conflictgebieden, met het doel mensen te beschermen, partijen uit elkaar te houden of om een wapenstilstand af te dwingen. Men kan de westelijke politiek m.b.t. ex-Joegoslavi? en Rwanda eerder een tekort aan daadkracht dan een teveel aan geweld verwijten. Dat komt vooral doordat de grote mogendheden hun militaire middelen liever voor andere taken reserveren. Vanuit een antimilitaristische instelling signaleer je hoe de behoefte om humanitaire redenen te kunnen ingrijpen, gebruikt wordt om de opbouw van interventie-strijdkrachten te rechtvaardigen die in feite eerder in dienst van imperialistische dan van menslievende bedoelingen staan.@@Het kritisch volgen van de offici?le politiek blijft dus zeker een taak van de antimilitaristische bewegingen.@@Kijk voor actueel anti-militarisme ook bij Links.