1975-nu
1975 tot 1990@@Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de politieke wereldorde. Drie aspecten lagen hieraan ten grondslag. De Verenigde Staten en de Sovjet Unie waren als de grote overwinnaars uit de strijd gekomen. De Europese staten verloren hun koloni?n. En de atoombom was ontwikkeld.Twee machtsblokken ontstonden (NAVO en Warschau Pact) onder leiding van twee supermachten die beide beschikten over atoomwapens. Hun militaire kracht was zo toegenomen dat ze elkaar totaal konden vernietigen wat er toe leidde dat hun antagonisme werd verplaatst en uitgevochten in de Derde Wereld. In de Westerse wereld werd de nieuwe wereldorde omschreven als een Koude Oorlog.De nieuwe onafhankelijke landen (in Zuidoost Azi? en Afrika) kwamen terecht in de invloedsferen van een van de twee supermachten. Handelsverdragen, wapenleveranties, militaire bijstand, ontwikkelingshulp, alles werd door de Verenigde Staten en de Sovjet Unie aangewend voor hun machtspolitiek.Voor de voormalige koloniale mogendheden, de West-Europese landen was een meer bescheiden rol in de wereldpolitiek weggelegd. Nederland verliet haar neutraliteitspolitiek van voor de Tweede Wereldoorlog en sloot zich aan bij de NAVO. Nederland volgt sindsdien ?grote broer? Amerika.@@Begin jaren zestig vonden in Engeland de eerste openlijke protesten plaats tegen stationering en gebruik van kernwapens. Niet lang daarna kreeg dit navolging in Nederland. De protesten richtte zich tegen het kernwapenbeleid van de NAVO in het algemeen maar ook steeds meer tegen de Verenigde Staten in het bijzonder. De VS die voorheen krediet kregen voor hun buitenlandbeleid omdat ze de bevrijders van Europa waren, kwamen nu onder vuur te liggen. Langzaam veranderde de focus van de protesten. De vredesbewegingen begonnen zich te richten op de VS en haar oorlog in Vietnam. Voornamelijk door jongeren die immers na de Tweede Wereldoorlog waren geboren.Tegelijkertijd ontstond er een studenten- en jongerenbeweging die genoeg hadden van de sobere jaren 1950 en de wederopbouw met de verstikkende moraal van gerstepap en spruitjeslucht en elke zondag naar de kerk. Jongeren wilden niet meer dat er over hen beslist werd maar wilden zelf beslissen. Individualisme en zelfontplooiing werden meer belangrijk gevonden. Ze eisten meer democratie en verachten de verzuilde Nederlandse samenleving. Dit leidde tot wat uiteindelijk de opkomst van de nieuwe sociale bewegingen ging heten. Zoals de nieuwe vredesbeweging, de kraakbeweging, de studentenbeweging, de vrouwenbeweging, de Derde Wereldbeweging en de milieubeweging. Jongeren zagen deze protestbewegingen niet als afzonderlijk en waren vaak actief in meerdere tegelijk.Voor het radicale antimilitaristische deel van de vredesbeweging betekende deze ontwikkeling dat het een meer activistisch karakter begon te krijgen. Voor de oorlog werd de nadruk gelegd op theorievorming, het uitgeven van boeken en brochures en be?nvloeding van arbeiders door middel van pamfletten en oproepen tot staken bij oorlogsdreiging (ook door de jongeren van die tijd zoals de JVA). Nu werd de directe confrontatie gezocht met de politieke leiding en het leger.Antimilitarisme werd meer en meer gezien als het zich afzetten tegen het burgerlijke en volgzame van de samenleving. Dienstweigeren werd een individualistische daad, een ?statement? naar de samenleving die aangaf: ?Hieraan doe IK niet mee?.@@In 1972 werd de Vereniging Dienstweigeraars (VD) opgericht. Voorheen werd de voorlichting en begeleiding van aspirant-weigeraars uitsluitend door religieuze groepen, Pax Christi, IKV, Kerk en Vrede en Doopsgezinde Vredesgroep, verzorgd. Begeleiding door VD van dienstweigeraars werd gedaan door leeftijdgenoten. In 1973 volgde de dienstweigering van Kees Vellekoop die een enorme impact zou hebben. Zijn beroep op de wet GMD werd afgewezen omdat hij niet tegen alle vormen van geweld was (een oud antimilitaristisch standpunt). De wet erkende alleen gewetensbezwaren tegen de militaire dienst op basis van zuiver pacifistische en/of religieuze gronden. Kees Vellekoop weigerde echter op politieke gronden. Zo was hij het niet eens met de rol van de NAVO in de wapenwedloop met het Warschau Pact. En keurde hij het gebruik van geweld door een militair leger af maar zag in dat geweld soms noodzakelijk was om zich te bevrijden van een onderdrukker. Zijn veroordeling in 1974 tot 21 maanden gevangenisstraf leidde voor het eerst tot diepe verontwaardiging in de samenleving. Niet dat iedereen het met hem eens was maar men vond dat een zo sterke politieke overtuiging reden kon zijn voor het niet vervullen van de militaire dienst.Dit binnen de samenleving breed gedragen standpunt droeg bij tot verdere radicalisering van een deel van de dienstweigerbeweging. Binnen Vereniging Dienstweigeraars was al eerder de kritiek geuit dat zij zich teveel met het alleen begeleiden van erkende dienstweigeraars bezig hield.? Daarom werd binnen VD de steun/werkgroep Onkruit opgericht. Onkruit zou zich gaan bezig houden met het ondersteunen van politieke dienstweigeraars, d.i. dienstweigeraars die in navolging van Kees Vellekoop ook op politieke gronden gingen weigeren. De groep zou zich later afsplitsen van VD en doorgaan als een zelfstandige antimilitaristische actiegroep. De oprichters zagen uiteindelijk meer in directe actie tegen het militarisme.In 1975 ging Ger Pouw dienstweigeren maar hij nam niet eens de moeite om een beroep op de wet te doen, wetende dat hij toch niet erkend zou worden. Hij weigerde dienst maar hij weigerde ook de wet@@ hij weigerde totaal. Met totaalweigeren werd dienstweigeren een actiemiddel, verzet tegen de samenleving met zijn ontoereikende parlementaire democratie met bijbehorende wetgeving. Antimilitarisme als expressie van ?jullie samenleving is de onze niet?.De antimilitaristische acties van Onkruit stonden op zichzelf maar soms werden ze gecombineerd met acties die gevoerd werden door totaalweigeraars. Het fenomeen van de oppakactie deed zijn intrede. Omdat de totaalweigeraar toch al gezocht werd omdat hij niet was komen opdagen voor zijn militaire keuring liet zich bewust bij een actie oppakken. Bijvoorbeeld door samen met ?Onkruitleden? deel te nemen aan een bezetting van een indelingsraad van het Ministerie van Defensie. Verdere acties werden gevoerd rondom het krijgsraadproces van een totaalweigeraar en bij het eventuele hoger beroep@@De ?grote? vredesbeweging@@De roep om democratisering en ontzuiling was echter niet geheel voorbij gegaan aan de Nederlandse samenleving. Dit bleek vooral uit de groeiende aanhang van de meer traditionele vredesbeweging.De vredesbeweging begon vanaf 1977 een ongekend grote massabeweging te worden. Appellerend aan de afschuw over de massavernietigingswapens werden enorme menigten op de been gebracht. De campagnes van (oorspronkelijk) Stop de Neutronenbom, van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en van Jongeren tegen Kernwapens sloegen enorm aan. Echter, van de uitvoering in de parlementaire politiek is helaas weinig terechtgekomen.Na een stil bestaan van zo’n tien jaar besloot het IKV in 1977 om een langdurige campagne tegen de kernbewapening te beginnen, onder het motto ‘Help alle Kernwapens de Wereld uit, om te beginnen uit Nederland’. Want zoals het IKV later toelichtte beoogde de campagne onder andere een radicale afwijzing van het Afschrikkingssysteem. (Het systeem van totale wederzijdse vernietiging, in het engels treffend afgekort tot MAD (Mutual Assured Destruction). De NAVO en het Warschau Pact hadden zoveel kernwapens op elkaar gericht dat een aanval in feite zelfmoord betekende.) Men verklaarde uitdrukkelijk zich niet alleen tegen atoomwapens te willen verzetten, maar tegen ?het hele politiek-militaire bouwsel van overwegingen en gedragsregels rond gebruik en bezit van kernwapens’ (IKV-brochure no.l7, ‘Achter de IKV-campagne’).Het IKV begon gaandeweg 1977 de belangrijkste vredesbeweging te worden. Toch werd de spits afgebeten door een organisatie met een heel andere achtergrond. Na het bekend worden van plannen van de Amerikaanse regering om een neutronenbom in Europa te plaatsen, werd in 1977/1978 de actiegroep ?Stop de Neutronenbom? opgericht vooral door mensen met banden met de Communistische Partij (CPN). @@Opkomst massaal verzet@@Stop de N-bom organiseerde een handtekeningenactie. De verontwaardiging over dit monsterachtige wapen was zo groot dat Stop de N-bom als kool groeide en binnen enkele maanden ruim een miljoen handtekeningen inzamelde. (De neutronenbom, doodt door zijn enorme straling alles wat leeft, maar door de geringe druk van de ontploffing veroorzaakt hij weinig materiele schade. Met als resultaat: Alle mensen dood maar de huizen blijven staan.) In maart 1978 werd met 50 duizend mensen gedemonstreerd. Daarmee was de (nieuwe) vredesbeweging in Nederland van start gegaan, en met een succesje. De neutronenbom zou weliswaar geproduceerd worden in de Verenigde Staten, maar zou niet in Europa worden gestationeerd. Met de IKV-campagne en de actie tegen de Neutronenbom werd een behoorlijk sterke aanval geopend op wezenlijke onderdelen van de politiek-militaire strategie van de NAVO, zij het niet op de NAVO zelf.Toen kort na de commotie over de neutronenbom bekend werd dat de VS in een vijftal West-Europese landen kernraketten voor de middellange afstand wilde plaatsen, was dat aanleiding tot een nieuwe golf van verzet van de vredesbeweging. Naast Stop de N-bom ontstonden Vrouwen tegen Kernwapens en Vrouwen voor Vrede, en groeide het IKV als actiebeweging. In 1979 werden massabijeenkomsten gehouden en werd er gedemonstreerd. Dat leidde ertoe dat in december 1979 de regering een voorbehoud maakte bij het beruchte NAVO-dubbelbesluit. Het ene element hield in de modernisering van het atoomwapenarsenaal door plaatsing van 4644 Tomahawk kruisraketten in Engeland, Itali?, Belgi?, West-Duitsland en Nederland en 108 Pershing-2 raketten in West-Duitsland alsook de terugtrekking van 1000 verouderde kernkoppen. Het andere element hield in dat er tegelijk onderhandeld zou worden met de Sovjet Unie over de terugtrekking van diezelfde atoomwapens. (De Sovjets vervingen sinds 1977 hun verouderde SS-4 en 5 door de moderne SS-20 middellange afstandraketten) Het voorbehoud van Nederland bestond daaruit, dat het wel akkoord ging met de modernisering van de kernwapens, maar het besluit tot daadwerkelijk plaatsen van de kruisraketten op Nederlands grondgebied, twee jaar wilde uitstellen. De regering had daarmee de mogelijkheid voor de parlementaire weg van de vredesbeweging vrijgehouden. De regering zou de resultaten van de Geneefse onderhandelingen afwachten voordat tot definitieve plaatsing zou worden overgegaan.Dit gaf de vredesbeweging de kans, om de druk op het parlement te verhogen. In de eerste periode na 1979 werd de vredesbeweging alleen maar groter. Gedurende de komende twee jaar bleek dat vooral het IKV toegerust was om mensen massaal tot actie te inspireren.@@@@Parlementarische koers@@In 1981 werd een reorganisatie van de vredesbeweging doorgevoerd. In kringen van Pax Christi (de katholieke vredesbeweging), het IKV en Stop de N-bom bestonden plannen om een massale demonstratie te organiseren. Later kwam daar het Platform voor Radicale Vredesgroepen bij. Dit Platform bestond uit een aantal vredesorganisaties die al in eerder tijden waren opgericht, zoals Kerk en Vrede (dat uit 1924 stamt) en ’t Kan Anders (dat in het begin van de jaren 1960 werd opgericht). Deze laatstgenoemden stelden veel radicaler eisen dan de grote bewegingen die aan het eind van de jaren 1970 ontstonden.Uit de samenkomst van al die verschillende vredesorganisaties ontstond het 21 November-Komitee dat de massale demonstratie van 21 november 1981 in Amsterdam organiseerde. Niet alleen ontstond er een landelijk comit?, ook werd voor een zo groot mogelijke opkomst in veel steden en dorpen overgegaan tot oprichting van plaatselijke 21 november-komitees en vredesplatforms. Die comit?s en platforms bleven na de uiterst succesvolle 21 november-demonstratie grotendeels bestaan.Na 1981 werd de invloed van de parlementaristische koers in de vredesbeweging groter. Naast dat allerlei vredesbewegingen een plaatsje hadden in het voorbereidingscomit? voor de grote demonstratie, hadden inmiddels ook politieke partijen bij de voorbereidingen hun intrede gedaan. Bij de landelijke verkiezingen van 1982 gaven de vredesbewegingen een stemadvies voor de anti-kernwapen-partijen. Opnieuw werd daarmee alle hoop gevestigd op de parlementaire politiek.Tegelijk met de toenemende partijpolitieke invloed op het gebeuren in de vredesbeweging vond er ook een inhoudelijke verschuiving plaats. De strijd tegen de neutronenbom was duidelijk en ondubbelzinnig geweest, het betrof de eis tot eenzijdige ontwapening. Met de komst van de kruisraketten in de discussie dook steeds vaker het argument van ?de Russische SS-20? op. De eis tot eenzijdige ontwapening veranderde geleidelijk in de eis tot tweezijdige ontwapening. Want nadat aanvankelijk de leus was dat alle kernwapens Nederland uit moesten, werd deze leus geleidelijk aan overschaduwd door de eis, dat alle kernwapens Europa uitmoesten. Dit gaf de mensen die liever de Sovjet Unie bestreden dan de eigen kernbewapening, de kans zich met de gang van zaken te bemoeien. Langdurige en ingewikkelde conflicten over de aard van de strijdleus ging over de hoofden van velen heen. Veel mensen die zich tot het radicale van de eenzijdige ontwapeningseis aangetrokken voelden werden sufgepraat. De verschuiving werd al een feit in de onderhandelingen voorafgaand aan 21 november: onder druk van parlementaire partijen werd de hoofdleus van de demonstratie veranderd van ?alle kernwapens uit West-Europa? in ?verwijdering van kernwapens uit Europa?.@@De bovengeschetste binnenlandse ontwikkeling viel samen met een belangrijke buitenlandse. In 1980 en 1981 groeide in Polen een zeer strijdbare arbeidersbeweging die op een gegeven moment zo’n grote macht had dat een revolutionaire situatie nabij was. Zover kwam het niet, want op 13 december 1981 pleegde het Poolse leger een staatsgreep. Het nam de macht van de vermolmde communistische partij over en arresteerde duizenden activisten.Zowel links als rechts keurde deze staatsgreep af, maar de conservatieven in de gehele westerse wereld wisten er onder leiding van de Amerikaanse president Reagan zoveel propaganda van te maken dat de kracht en het zelfvertrouwen van de Nederlandse vredesbeweging zo vlak na de 21ste november demonstratie een danige knauw kreeg. Toch zouden uiteindelijk ongeveer 400.000 mensen deelnemen aan de demonstratie in Amsterdam.@@De Nederlandse regering stelde het plaatsingsbesluit uit, en maakte het afhankelijk van de onderhandelingen die tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie in Gen?ve eind 1983 zouden plaatsvinden. Daarop werd door de vredesbeweging een nieuwe demonstratie aangekondigd. Deze zou uiteindelijk plaatsvinden op 29 oktober 1983 in Den Haag en nog massaler zijn dan die van 1981. Meer dan 550.000 mensen namen eraan deel. Toch zou deze demonstratie uiteindelijk een pyrhus overwinning blijken te zijn. De eisen van de vredesbeweging waren inmiddels zo verwaterd dat ondanks de massale aanhang haar macht minimaal was.Ter voorbereiding van de massale demonstratie op 29 oktober 1983 werd er een organiserend comit? gevormd waarin de PvdA de touwtjes vrijwel geheel in handen had. Dit orgaan, het Komitee Kruisraketten Nee (KKN), zorgde er ook voor dat de vredesstrijd na het 1 juni-besluit van 1984 (plaatsing op termijn) gekanaliseerd werd naar een tandeloos Volkspetitionnement. Veel meer dan voorheen slaagde de PvdA er in om een overheersende positie in de beweging in te nemen.Voorts, terwijl vredesactivisten hun handen vol hadden aan praktische taken, dwong de leiding van het IKV hen in de herfst van 1984 om te gaan discussi?ren over een nieuw voorstel, te weten om als campagneleus de leus ?Ontdooi de Verhoudingen’ te gaan voeren. In naam zou de ?oude’ leus ?Alle Kernwapens de Wereld uit, te beginnen uit Nederland’, worden gehandhaafd, maar in feite wilde de bestuurders af van het standpunt van eenzijdige ontwapening, met het doel een goede verstandhouding met CDA-politici te bewerkstelligen. Tegen het vrijblijvend verkondigen, dat kernwapenproductie wederzijds bevroren moest worden, hadden die politici veel minder bezwaren dan tegen de eis dat zijzelf eenzijdig een stap terug moesten @@Naarmate de aanhang van de vredesbeweging groeide, werd ook de neiging sterker toe te geven aan schijnresultaten zoals ?uitstel van plaatsing?. Vanuit rechtse hoek werd een lastercampagne op touw gezet over betalingen uit Moskou aan het IKV. Kerkbesturen oefenden een remmende vloed uit op het IKV. De reactie van de IKV-leiding was niet om meer bondgenoten ter linker zijde te zoeken, en om de invloed van de basis van de vredesbeweging te vergroten. Integendeel: men stelde alles in het werk om de bestaande tendens tot radicalisering in te tomen.Dit laatste gebeurde voornamelijk uit angst om de greep de beweging te verliezen. De functie van de vredesbeweging als drukmiddel op het parlement of op enkele parlementari?rs moest niet verloren gaan. Want voor de IKV-leiding en het KKN-bestuur had de massaliteit van de vredesbeweging als enige doel het parlement te overtuigen. Uit angst voor het verlies van de, met diezelfde beweging opgebouwde, politieke positie, stimuleerde men de vredesbeweging niet in zijn ontwikkeling, maar remde die juist af.@@Uiteindelijk zouden deze verschillende factoren bijgedragen aan de neergaande koers en ontwikkeling van de vredesbeweging vanaf 1983. De druk van de leidingen van de diverse kerken en van rechts, de onmacht om de Poolse kwestie goed te verklaren en verwerken, de steeds toenemende invloed van de sociaal-democratie hadden tezamen een matigend effect. Tegen de tijd dat de Berlijnse Muur viel in 1989 was de rol van de vredesbeweging verworden tot een marginale. @@Zoals hierboven beschreven profiteerde in eerste instantie ook de radicale, antimilitaristische vredesbeweging van de toenemende populariteit van de grote vredesbeweging. Verschillende vredesinitiatieven, met een meer beperkte agenda zagen het levenslicht. Zo ontstonden er groepen als Vrouwen voor Vrede, BONK (Burgerlijke Ongehoorzaamheid en Non-Ko?peratie), AMOK (Anti Militaristies Onderzoeks Kollektief)@@en allerlei vredesburo?s in diverse steden.Maar ook meer puur activistische groepen werden opgericht zoals IHHO (Is Het Hier Oorlog?) en VAK (Vredes Aktie Kamp).Het leidde tot een explosie van acties en protesten tegen het militarisme in heel Nederland. Vanaf het eind van de jaren zeventig tot begin jaren negentig werden er tientallen acties per jaar uitgevoerd. Deze varieerden van simpele protesten met spandoeken, bekladden en vernielen van legerbenodigdheden (van ruiten ingooien bij kazernes tot het hakken met bijlen op straaljagers) tot het inbreken in militaire bunkers en het stelen van geheime papieren die daar lagen opgeslagen. Deze laatste waren zeker spectaculair te noemen hoewel het belang niet zozeer lag in het ontvreemden van als geheim geclassificeerd materiaal dan wel in het te kakken zetten van het politiek en militair establishment met hun enge geheimpjes.Het aantal dienstweigeraars nam toe. Van die groep besloot een deel dat slechts een beroep op de wet GMD niet voldoende was om duidelijk te maken dat zij tegen het militarisme waren. Dat waren de werkweigeraars, erkende dienstweigeraars die weigerde het werk voor (een deel van) de tijd die de wet als vervangende dienst voorschreef. Er kwamen herhalingsweigeraars, mannen die na het vervullen van hun militaire dienstplicht, op politieke gronden, weigerde om op herhalingsoefening te komen.Maar ook het aantal totaalweigeraars nam toe. En er verschenen keuringsweigeraars die niet alleen weigerde een beroep op de wet GMD te doen, maar helemaal weigerde naar de militaire keuring te komen.Voor alle weigeraars (behalve de erkende dienstweigeraar) stond gevangenisstraf in het verschiet.@@Op 4 november 1985 viel uiteindelijk de beslissing van de regering Lubbers. Zij gingen akkoord met de plaatsing van 48 kruisraketten in Nederland en wezen de gemeente Woensdrecht aan als de plek waar ze zouden worden gestationeerd. Het KKN legde zich bij het plaatsingsbesluit neer. Het samenwerkingsverband BONK, dat eerder dat jaar was ontstaan uit onvrede met de gematigde lijn van het KKN, probeerde het stokje over te nemen. Zij beschikte echter niet over voldoende (financi?le) middelen om het wegvallen van het KKN te compenseren. BONK richtte vooral haar pijlen op de vliegbasis Woensdrecht. Samen met de kleine linkse politieke partijen (PSP, PPR en CPN) en Stop de N-bom werd BIVAK (Breed Initiatief voor Verdergaande Actie tegen Kruisraketten) opgericht. Doel was het verhinderen van de aanleg van een bunkercomplex op de vliegbasis voor de huisvesting van de 48 kruisraketten. Er werd opgeroepen tot het boycotten van de 200 bedrijven die betrokken waren bij de bouw. Sommige bedrijven kregen te maken met hinder- en bezettingsacties en de poorten van de vliegbasis werden regelmatig geblokkeerd om zo te voorkomen dat bouwmateriaal het terrein kon bereiken.Tegelijkertijd begonnen demonstranten met de inrichting van een permanent kamp bij de basis. Doel van het VAK (Vredes Aktie Kamp) was om door hun aanwezigheid te protesteren tegen de plaatsing van de kruisraketten. Verder probeerde ze transporten van bouwmateriaal te verhinderen en door betreding van de vliegbasis de bunkerbouw te verstoren.Op 31 oktober 1987 organiseerde BIVAK haar laatste grote activiteit. In Den Haag protesteerde 20.000 mensen in wat de laatste antikruisraketten-demonstratie zou worden. Zij, maar ook de Nederlandse regering, werden door de geschiedenis ingehaald. De Verenigde Staten en de Sovjet Unie sloten op 8 december van dat jaar het INF-akkoord waarin werd afgezien van verdere plaatsing van kernraketten voor de middellange afstand. Verdere ontspanning tussen Oost en West leidde uiteindelijk tot de omverwerping van de Berlijnse Muur in 1989 en het uit elkaar vallen van het Warschau Pact. De gewraakte kruisraketten zouden er uiteindelijk nooit komen.@@Vanaf de opkomst van het IKV en KKN hadden antimilitaristen en pacifistische organisaties grote moeite met de weg die deze grote organisaties kozen. Immers de radicale beweging hadden van meet af aan gekozen voor radicale acties en protesten, in wat zij de ?buiten-parlementaire? acties noemden en begeleidt werd met de leuze ?Jullie samenleving is de onze niet?. Toch hadden antimilitaristische acties en dienstweigeren sympathie bij het grote publiek en konden ze rekenen op aandacht van de media. Maar vanaf halverwege de jaren tachtig deelde uiteindelijk de radicale vredesbeweging de malaise met de ?grote?. De sympathie werd minder en langzamerhand daalde het aantal dienst- en totaalweigeraars.Een andere oorzaak, anders dan de gedeelde malaise, was het afschaffen van het voorarrest voor totaalweigeren. Voor oktober 1987 bleven totaalweigeraars na hun oppakacties in voorarrest tot aan hun krijgsraadproces, dat meestal enige maanden later plaats vond. Na oktober 1987 werden ze na een paar dagen weer vrijgelaten. Daardoor werd de link tussen de oppakactie en het totaalweigeren verbroken. Totaalweigeren werd zo een meer individuele actie zonder voorafgaande ophef en dus minder interessant voor melding in de media. De actie van de totaalweigeraar verdween zo uit het blikveld van de samenleving.@@Anderen gingen echter door met individuele acties die de aandacht trokken. Zo vernielden op 1 januari 1989 Kees Koning in gezelschap van Co van Melle met een bijl twee NF-5 jachtbommenwerpers. Wat deze actie voornamelijk spectaculair maakte was niet de vernieling op zich, maar het feit dat zij zich bij deze actie vrijwillig lieten oppakken. Kees Koning (1931-1996) zou met deze actie nationale bekendheid verwerven, zeker nadat hij na het uitzitten van de gevangenis onverwijld doorging met dit soort acties. Met hem kreeg ook de Ploegscharenbeweging, waar hij zich bij had aangesloten, landelijke bekendheid. Deze radicaal christelijke beweging was uit de Verenigde Staten komen overwaaien. De ?North Atlantic De-fence Movement? baseerde zich op Jesaja 2:4 ?Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun? speren tot snoeimessen: geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.? Hoewel vaak geridiculiseerd was Kees Koning het gezicht van de Ploegscharenbeweging en vond zijn optreden navolging. Vooral de vliegbases bij Woensdrecht en Volkel (waar kenwapens opgeslagen liggen) werden bezocht door ?onthekkers? (verbastering van het engelse ?de-fence?). Mensen knipten gaten in de hekken rondom deze bases, liepen het terrein op en kladden met verf, spoten antimilitaristische leuzen of probeerde militaire installaties te vernielen. Dit alles doelbewust open en bloot om zich uiteindelijk te laten arresteren.